Categorie: Wijnpraktijk

GROEN – GROENER – GROENST

De wijnbouw in Frankrijk (en elders) wordt steeds “groener”, zowel in de wijngaard als bij het bereiden van de wijn. Het gebruik van pesticiden wordt teruggedrongen en ook toevoegingen in het maakproces nemen af in betekenis. Eén type fungicide blijft gangbaar en één type beschermingsmiddel. Ik doel respectievelijk op de Bouillie Bordelaise en zwavel.

Het ‘papje uit Bordeaux’ bestaat uit een oplossing van kopersulfaat (CuSO4, 5H2O) en gebluste kalk (Ca(OH)2). Het geeft een blauw waas over het blad en de druiven, iets wat bij het sproeien duidelijk zichtbaar is. Het wordt vooral ingezet om meeldauw (mildiou) tegen te gaan, een schimmelsoort.

Links: Meeldauw                          rechts: wijnrank besproeid met BB

Zwavel (of sulfiet) wordt voor meerdere doeleinden gebruikt en op uiteenlopende momenten. Houten vaten worden voor het vullen vaak gezwaveld, ook bij het oversteken van vaten en bij het bottelen kan zwavel worden gebruikt. Het gaat oxidatie tegen en wordt ingezet tegen bacteriën en ongewenste gisten. Het blijkt lastig om geheel zonder sulfiet te werken, maar onder bepaalde condities is het mogelijk.

De meest ‘groene’ wijnmakers gebruiken in het geheel geen zwavel of andere hulpmiddelen meer. Zie ik het goed, dan is de Loire het epicentrum van de ontwikkelingen op dit gebied. De jaarlijkse Salon du Vin de Loire trekt in dit verband internationaal de aandacht. Rond deze beurs worden meerdere satelliet-evenementen georganiseerd, waarbij wijnmakers steeds verder gaan in het afzweren van chemische hulpmiddelen. Dit vertaalt zich ook in een toenemend aantal “labels”, waarachter men zich groepeert. De meest voorkomende zijn deze:

We onderscheiden: Bio – Biodynamie – Vin Nature – S.A.I.N.S. De verschillen zitten hem in de al dan niet toegestane hoeveelheden chemische hulpstoffen en met name zwavel.

Sommige mensen zeggen hoofdpijn te krijgen van (met name witte, maar ook rode) wijn. Nee, dat hangt niet per se samen met de ingenomen hoeveelheden. Ik meen er een lijn in te zien en denk dat zwavel vooral een probleem kan opleveren bij de witte wijnen en tannines in de rode. Dit valt vrij eenvoudig proefondervindelijk vast te stellen. Blijk je er gevoelig voor, dan kun je aan bepaalde wijnen de voorkeur geven boven andere. In de regel bevatten witte wijnen en rosé meer zwavel dan rode; en de rode meer tannines (met uitzondering van de ‘oranje’ maceratie-wijnen).

Ter oriëntatie kun je bovendien afgaan op de diverse Bio-labels. Ze zien meestal op zowel de druiventeelt als het maakproces.

BIO: Aanvankelijk (en dat betekent pas sinds 2012!) zag dit regime alleen op de wijngaard, met een verbod van bestrijdingsmiddelen en insecticiden. Inmiddels beperkt het ook het gebruik van toevoegingen en bepaalde behandelingen tijdens de vinificatie. Zwavel is nog steeds toegestaan en bijvoorbeeld ook het ‘aanzuren’. Ik zie “Bio” als de minimumstandaard en de wijnen zijn vaak goed. Ware bio-evangelisten leggen de lat echter (belangrijk) hoger.

BIODYNAMIE: Dit is een aantrekkelijk(er) kwalificatie, waarmee vaak zeer goede resultaten worden verkregen (in het glas bedoel ik). Het vereist een intensiever bewerking van de bodem om een betere uitwisseling tussen ondergrond en plant te krijgen. Infusies met plantaardige oplossingen zijn gangbaar. De maankalender wordt gebruikt als leidraad (iets waar ik een beetje giechelig van wordt; maar bevriende wijnmakers, die ik zeer serieus neem, vertrekken er geen spier bij). Er mag minder zwavel worden gebruikt dan bij Bio (maar het mag nog steeds).

VIN NATURE(L): Dit is geen ‘officieel’ regime, maar berust op werkafspraken (Cahier des Charges) van L’Association des Vins Naturels. Er zijn geen hulpstoffen toegestaan; andermaal: behalve (een beetje) zwavel. Technische ingrepen, zoals filtratie, zijn uitgesloten.

S.A.I.N.S: staat voor: Sans Aucun Intrant Ni Sulfite. Dit is hardcore: geen enkele chemie of oenologische ingreep is toegestaan. De natuur moet het werk doen, de wijnmaker past zich aan. De van nature aanwezige gisten bepalen de omzetting van de suikers. Optimale rijpheid van het fruit is essentieel en leidend.

Om de zwavel-verhoudingen concreet te maken het volgende overzichtje, dat ziet op rode wijn:
– Conventionele wijnen: 160 mg/liter (EU)
– Bio: 100 mg/liter
– Biodynamie: 70 mg/liter (Demeter)
– Vin Naturel: 30 mg
– SAINS: 0 mg.

Denk je problemen met sulfiet/zwavel te hebben? Onderzoek het aan de hand van deze afnemende schaal.
Er wordt vaak schamper gedaan over de ‘groenere’ varianten, die als zwaar op de hand worden gezien en instabiele wijnen zouden opleveren. Inderdaad traden aan het begin van (met name) de Vins Naturels formidabele, maar niet minder goed bedoelde, missers op. Ik herinner me een proefsessie van een importeur tijdens een beurs in de RAI, waarbij niet minder dan vijf flessen van dezelfde wijn opengemaakt moesten worden om een presentabel monster te vinden. Dat komt nagenoeg niet meer voor.

Voor het Wijnfonds waarvoor ik in touw kom kiezen we vrijwel zonder uitzondering wijnen die tenminste Bio zijn, liefst Biodynamisch. De Vins Naturels en SAINS zijn bepaald geen allemansvrienden en kunnen minder breed ingezet worden. Maar persoonlijk beleef ik er veel plezier aan.

De Bordeaux heeft een Atlantisch klimaat, wat de nodige uitdagingen met zich brengt, zoals vaak ter verontschuldiging aangevoerd wordt. Maar dat geldt bijvoorbeeld ook voor de Muscadet (ter hoogte van Nantes), waar toch hele goede Bio-wijnen vandaan komen, ook bewaarwijnen. In de Bordeaux gaan de ontwikkelingen nu ook hard: Bio-geteelde druiven leveren substantieel meer op; het aantal chateaus dat ‘omgeturnd’ wordt groeit in een indrukwekkend tempo. De weg wordt overigens al veel langer gewezen door een paar leidende chateaus (zoals Pontet-Canet en Palmer), die fantastische resultaten behalen.

Wijn met kurk

WIJN MET KURK

Een wijn met ‘kurk’ wijst niet op de sluiting van de fles, maar geeft een defect aan. Het is een hardnekkig probleem. Een fles met kurk kan meestal als verloren worden beschouwd. Wat is het en hoe herken je het? Het heeft alles met geur te maken (en daarmee ook met smaak, omdat die twee samenhangen). De wijn vertoont een muffe geur, die nog het meest aan oud en nat karton doet denken.

De neus verraadt het probleem meestal onmiddellijk en wanneer geproefd maakt de wijn een vlakke indruk. De oorspronkelijke aroma’s worden onderdrukt, het fruit is zoek, er is nauwelijks expressie (anders dan van karton). Het bederf kan minimaal zijn of overweldigend, dat hangt af van de ernst van de aantasting. Een nanogram (0,001 microgram) fout materiaal kan genoeg zijn.

Wanneer je er niet zeker van bent of je kurk ruikt verdient het aanbeveling even te wachten met (verdere) beoordeling; blootgesteld aan de lucht wordt het probleem meestal manifester. Opvallend is, dat sommige mensen veel gevoeliger zijn voor kurk dan anderen; het lijkt niet te correleren met het (verdere) proefvermogen. ‘Kurk’ kan overigens ook voorkomen in koffie (het “Rio-defect”). Met een beetje pech kan dus zowel het begin als het eind van je feestelijke dis bedorven zijn…

Het probleem wordt veroorzaakt door SCHIMMELS of BACTERIËN. In combinatie met chloorhoudende chemische stoffen, zoals gebruikt in reinigingsmiddelen, produceren zij de organische verbinding TCA (2,4,6-Trichloroanisol). Het molecuul verstoort het reukvermogen, en onderdrukt met name de overdracht van geur. Het is niet het TCA zelf dat je ruikt.

Helaas treedt het fenomeen niet alleen in kurk op, De schimmels kunnen zich door de lucht verplaatsen en zich nestelen op andere materialen en met name op hout. Transportmaterialen (pallets), die komen en gaan, vaten, leggers, betimmering, dakspanten etc. kunnen aangetast zijn. Hoe minder hout in de wijnmakerij, hoe beter. Amforen, cement, glas, keramiek, metaal en tegels vormen het – mogelijk minder sfeervolle – alternatief.

Ik heb een tijdje bijgehouden hoe vaak kurk voorkomt. Het kwam neer op 1:18 flessen, dus grofweg in 5% van de gevallen. Naar mijn indruk neemt het probleem gradueel in ernst af, mogelijk onder invloed van de opkomst van de schroefdop, glazen stoppers en synthetische kurk (wat in wezen een schijnafname zou kunnen zijn, althans afgemeten aan aantallen traditionele kurken).

Gelet op het potentiële verspreidingsgebied van TCA is het gepast om ook flessen met een alternatieve sluiting op kurk te beoordelen. In de horeca wordt dit niet altijd begrepen. Een welkome aanleiding voor wat goedmoedig zendingswerk.

Ik kan ook wat troost bieden: wanneer er stukjes kurk in de wijn drijven is dit géén aanwijzing dat de fles bedorven is; en wanneer zich witte kristallen afzetten op de kurk gaat het om onschuldig wijnsteenzuur.

Wanneer een fles kurk heeft maak ik zo mogelijk een tweede fles (van hetzelfde jaar en chateau) open. Het is me daarbij nooít overkomen dat die tweede fles óók kurk had. Niettemin zou ik in een restaurant, in voorkomend geval, een andere wijn kiezen, voor het geval dat. Aarzel nooit om het oordeel van de sommelier of inkoper te vragen. Wanneer de wijn tegenvalt, om welke reden dan ook, zal de professional altijd met een alternatief komen.

Buiten het restaurant of de wijnbar stuur ik flessen nooit terug. Dat is deels een kwestie van tijdsverloop: we drinken de wijnen gebruikelijk pas na (langdurige) flesrijping; deels omdat ik het niet reëel vind het risico bij de leverancier te leggen: het hoort er nu eenmaal bij. In geval van een chronische fout in de wijn (maar dat komt in de Bordeaux natuurlijk niet voor moet ik ‘ambtshalve’ beweren) zou ik het wat anders vinden. De rechtvaardiging om het in een restaurant anders te benaderen is in de eerste plaats daarin gelegen, dat je geen slechte wijn bij je lekkere hapjes wilt; en verder omdat de marges anders liggen.

Het zou typisch Nederlands zijn om een afgekeurde fles te bewaren om mee te koken. Misdadig! In Frankrijk werkt het precies andersom: er wordt gebruikelijk gekookt met wijnen van hetzelfde niveau als die welke gedronken worden (al zijn er natuurlijk grenzen). Een goed voorbeeld is de gevierde wijnmaker die zijn rode wijn nadrukkelijk aanprees als ideaal voor de Coq au Vin. De fortuinlijke combinatie van een uitbundige wijn met een understated wijnmaker…

Wanneer je langgekoesterde Grand Cru, uit een fenomenaal jaar, kurk blijkt te hebben kun je in uiterste wanhoop nog één ding proberen, zonder hoop te koesteren op (complete) restauratie. Neem een karaf en stop die losjes vol met een goede kwaliteit huishoudfolie. Schenk daar de wijn overheen en laat het geheel tot circa 30′ staan. Daarna kun je de wijn uitschenken. Proefondervindelijk kan ik zeggen: het scheelt; maar ik zou liever mijn wonden likken dan dit op te lebberen. Geen wonder dat de Fransen dit een folie zouden noemen…

Opening van zaken

De foto toont een aantal flessen zoals je die tegenwoordig tegenkomt. Hoe ze te openen? Een paar praktische wenken.
De meest linker fles is verzegeld met bijenwas (zacht), de tweede met een hardere soort. Dit soort afsluitingen vind je vaak op Bio-wijnen. Fancy kurkentrekkers mijd ik. Je kunt het beste een conventioneel kelnermes (Screwpull bijvoorbeeld) gebruiken. Doe geen moeite om circumcisie toe te passen op de lak, dat wordt klungelen: de zachte was scheurt, de harde brokkelt af. De spiraal er van boven (met enige kracht) doorheen draaien en openen als gebruikelijk. Eventueel een schenktuitje gebruiken om afgebroken stukjes te weren.

De Screwpull kurkentrekker werkt onder vrijwel alle omstandigheden (zie echter hieronder), maar heeft een wat ongelukkig mesje; omdat het gekarteld is, scheurt het gemakkelijk de folie. Óf alleen het uiterste puntje gebruiken, óf een los scherp mesje. Denk aan de venijnige keukenmesjes van Victorinox, met kunststofhandvat. Zeer betaalbaar.

Je neemt de folie weg over een hoogte (3-5mm) die maakt dat de wijn (net) NIET met het FOLIE in contact komt wanneer je schenkt. Zie de Cos Labory fles. Kwestie van uitproberen, want hangt ook van de handelingssnelheid af. Vroeger, toen het ‘loodje’ daadwerkelijk nog van lood was, was dit essentieel, nu is het meer een teken van beschaving. Een onnodig ontblote hals was al in 1855 niet bon ton, dus zeker niet de hele folie eraf halen.

De derde fles gaat getooid met een schroefdop. Daar ben ik bepaald géén tegenstander van. Wijnen die niet bestemd zijn om bewaard te worden kunnen het zonder kurk stellen.

 

Het openen van mousserende wijn blijft spannend, wat afgemeten kan worden aan de grimassen die mensen soms trekken wanneer ze ermee bezig zijn. Voor de folie geldt ook nu: niet helemaal verwijderen, maar tot het punt dat je bij het oogje van het korfje kunt. Dat is waar het metaaldraad in een lusje samengedraaid is. Dat korfje is de “veiligheidspal” van de fles. Als je het los hebt gemaakt, of verwijderd, de fles NOOIT zo maar weg zetten, maar de handeling voortzetten. Je hebt een projectiel dat op scherp staat. Bedenk dat de druk in de fles ongeveer 6 bar is. Dat is ongeveer drie maal zoveel als in een autoband. Ook áán de bar kan het druk zijn, maar dat kan buiten Covid geen kwaad.

Een (volgend) spannend moment is wanneer de kurk uit de fles moet. De linker is in goede conditie en zal weerstand bieden, de rechter is “fatigué” en zal gemakkelijk ontsnappen.

Een praktische wenk: houd de kurk goed omklemd in je minder actieve hand (dus de linker als je rechts bent en v.v.). Die hand blijft stil. Met je ‘goede’ hand draai je van onderen aan de bodem van de FLES, waar je het beste momentum en de grootste precisie hebt. Als de kurk tevoorschijn komt, laat de ‘kurkhand’ een elegant zuchtje toe. Knallen (en sproeien) kan ook, maar alleen als je F-1 coureur bent.Er bestaat een sterke correlatie tussen de leeftijd van de Champagne en de elasticiteit van de kurk: hoe minder paddenstoel  (rechter) hoe ouder.

Indien de kurk in een gewone fles tegenstribbelt en kapot dreigt te worden getrokken stop je. Zowel in geval van een krummelige of scheurende kurk, als bij verkleving van de kurk aan de hals van de fles is de Dubbelbladige Verlostang (officiële naam: Two Pronged Cork Puller) het antwoord. De foto laat een circa 30-jaar oude kurk zien die in zijn geheel verwijderd kon worden. Ik gebruik hem op twee manieren. De bladen van de tang zijn niet even lang. Je steekt eerste de langste er voorzichtig in, gevolgd door de tweede; dan wichel je aan het handvat de bladen om-en-om naar beneden. Beneden aangekomen ga je draaien, om de kurk los te maken en trek je tegelijkertijd voorzichtig. Als de kurk te vast zit trek je het hulpstuk er weer uit. Dan steek je met het langste blad de kurk rondom los, eventueel met intervallen, en pas je daarna de beschreven procedure toe.

Merk je dat je de kurk naar BENEDEN drukt, dan kan de beste remedie zijn om hem (inderdaad) IN de fles te duwen, bijvoorbeeld met de steel van een pollepel, en hem daarna te karaferen door een zeefje, al dan niet met beluchter. Als troost: de conditie van een oude kurk heeft lang niet altijd voorspellende waarde voor de conditie van de wijn.

Koelers

De behandeling van wijnen in de horeca, maar ook thuis, luistert nauw.

De bewaartemperatuur is vaak suboptimaal. Met name rode wijnen treft nog wel eens het lot dat ze te warm worden bewaard. De flessen worden soms geforceerd op temperatuur gebracht, dikwijls verkeerd.

Ik heb zelden meegemaakt dat een wijn die in een koeler werd gebracht zich daarin comfortabel kon voelen.

Er is standaard te weinig water: de fles is niet ondergedompeld (naar ik heb gemerkt omdat de bediening het geheel anders te zwaar vindt). Als er ijs in zit, staat de fles er bovenop. Het resultaat: ijskoude billen en een te warm bovenlijf. Geen fijne disgenoot.

De gebruikte koelers zijn vaak ook niet geschikt. De merk-koelers in het midden zijn een gewild verzamelobject (ik doe graag mee), maar onpraktisch: de fles steekt er letterlijk met kop en schouders bovenuit. En uitgerekend dát slokje dat jij straks te beoordelen krijgt is níet representatief, want niet in contact met het water geweest.

De gouden standaard is wat mij betreft: water, water en nog eens water; en een handvol ijs. Als de sfeer ernaar is vraag ik er een los bakje ijs bij, dan regel ik het verder zelf aan tafel.

De linker koeler is precies goed. Je kunt ook prima je toevlucht nemen tot Elzas-koelers, die naar de aard slank en hoog zijn, net als de flessen:

Think out-of-the-bucket: ook een eenvoudige vaas kan prima dienst doen. Die rechts op de bovenste foto is betaalbaar en precies goed voor een magnum.

Er wordt dikwijls raar gekeken wanneer je voor een (evident lauwe) fles rood een koeler vraagt; als ze het zouden begrijpen zou de fles namelijk niet lauw zijn aangeboden. In dat geval switch ik vaak zonder verdere discussie naar een fles rosé: meer vineus dan wit over het algemeen, en de rosé wordt gebruikelijk wèl koel gehouden; helaas mede omdat het aanbod heel beperkt is.

Slotsom: tijd voor een nieuwe IJstijd.

Champagne-glazen

Wanneer de Bordelais zondigen en géén Bordeaux drinken, is het vrijwel altijd Champagne, zo hebben wij (ook) op onze Wijnreizen ervaren. Er wordt in Frankrijk überhaupt meer Champagne gedronken dan bij ons (en zelfs meer dan bij onze zuiderburen en in Groot Brittannië). Wanneer je iemand in Frankrijk een glas Champagne hoort bestellen, in plaats van een fles, klinkt vrijwel altijd: “une coupe de Champagne” (niet te verwarren met “boire un coup“). En dan komt er meestal een flûte, tegenwoordig soms een glas, maar geen coupe. Dat model, helemaal links op de foto, is duidelijk uit de gratie. En geen wonder: het koolzuur ontwijkt snel, het geheel vervluchtigt, en de temperatuur loopt snel op.

 

De flûte voert nog steeds de boventoon (sic), maar er zijn rangen en standen. Het tweede glas van links is het meest gangbaar, maar doet weinig voor de aroma’s en smaakontwikkeling. Het Belle Epoque glas is al wat ouder maar heeft een geëtste bodem, net als de ranke tulpvormige flûte ernaast, afkomstig van Veuve Clicquot. Tijdens de productie wordt op het diepste punt van het kelkje een ruw plekje aangebracht, met lasertechniek. En dáár ontspruiten vervolgens de belletjes aan. Het geeft een prachtig schouwspel, met wervelingen en een verloop van zeer fijn naar iets dikker. Ik ben er dol op. Het geeft een feestelijk gevoel en door de bredere en iets naar binnen nijgende opening valt de wijn beter te beoordelen, de aroma’s worden geconcentreerd. Tegenwoordig is het in zwang om ‘gewone’ glazen te gebruiken voor Champagne. Dat kan heel goed, maar ik vind iets verloren gaan aan cachet. Wat mij betreft kan het tweede glas van rechts nog (een INAO-proefglas), maar het eerste van rechts is mij te volumineus en geeft te veel ineens prijs. Ik kom daarmee tot de getoonde score en ben benieuwd naar de ervaringen en voorkeuren van de mede-Commandeurs.

Na beoordeling:

Karaffen

Het karaferen/decanteren van rode en witte wijnen, soms ook van rosé, is wat mij betreft vrijwel altijd de moeite.

Stel je voor, je hebt een jaar of tien, vijftien in een jampot gezeten, dan wil je, wanneer je eruit mag, wel even de benen strekken.

Decanteren kan meerdere doelen dienen. Om te beginnen het beluchten van de wijn, om de aroma’s tot expressie te laten komen, dat is belangrijk voor álle wijnen. Verder het verwijderen van een depot, omdat dit anders door de fles heen wolkt wanneer van glas tot glas wordt uitgeschonken; meer relevant voor rood dan wit.

Wanneer het depot verwijderd is en de wijn voldoende belucht, dan kan deze ook terug in de fles. Dit ken ik als de Meeuwistreatment, omdat ik het Commandeur Meeuwis als eerste zag doen. Het leuke is, dat iedereen de fles dan voorbij ziet komen. De meer principieel ingestelden onder ons schenken de wijn terug door een glazen trechter, liever geen plastic en zeker geen metaal. Ik gebruik daarvoor antiek laboratoriumglas (zie de stevige knaap achteraan op de foto, ideaal voor magnums).

De wijn kan gelijktijdig ook gekoeld worden. Zie de karaf Frio, tweede van links. In het bakje gaat ijs (en altijd ook water voor een betere distributie) en het bakje gaat onder de karaf. Heel effectief, vooral in de zomer, voor wit èn rood.

Oudere wijnen (wat mij betreft vanaf zo’n 20 jaar) kun je beter níet decanteren, omdat de wijn fragiel kan zijn en door te heftige beluchting en vrije val buiten adem kan raken. Als je tóch eerst van het depot af wil kan dat. Ik gebruik daarvoor een van de rijzige slanke knapen (derde en vierde van rechts) op de foto. Daarmee schenk ik niet, maar vloei ik. Dat wil zeggen: de karaf bijna geheel plat op zijn kant en dan heel langzaam en voorzichtig schenken, de karaf steeds iets meer oprichtend. Dan meteen kalm uitschenken (niet terug in de fles).

Over de karaffen:

De meest linker is een kristallen karaf van Domaines de Rothschild (wapen op het glas en de doos), handgemaakt door de ‘Cristallerie Royale de Champagne’ in Bayel. Het is een zogenaamde “Marine”-karaf: een brede platte bodem (‘platbodem’ past beter in de sfeer) waardoor de karaf overeind blijft als het schip zwabbert. Met historisch besef schenk je hem uitsluitend met de linker-hand uit, als gebaar jegens Admiraal Nelson (het model zou uit zijn tijd stammen), die immers zijn rechter-arm verloor (in de slag bij Santa Cruz de Tenerife).

Rechts van de Frio, een zeer fijn model van Riedel in drie formaten: 0,375, 75cl en 150cl (half, heel en magnum dus). Het grappige aan het ontwerp is, dat bijna niemand bij eerste kennismaking juist taxeert wat de inhoudsmaat is. Ze lijken veel kleiner dan ze zijn. Maar de vloeistofspiegel komt precies uit op het breedste punt. Perfect, wel een tikje kwetsbaar.

Daarnaast rechts de ultieme karaf in gebruiksgemak en veelzijdigheid. Dit is een heel simpel en betaalbaar model, met een kleine ziel in de bodem, waardoor je hem heel goed kan hanteren: duim bovenop en rest van de hand eronder. Moet iedereen in zijn instrumentarium hebben en eigenlijk volstaat het ook.

Rechts van de al besproken stramme hoge jongens staat (wat minder goed zichtbaar) een karaf die het goed doet bij Engels(talig)en, omdat het een gestileerde uitvoering is van de traditionele pint, waarmee de melkboer aan de deur komt. Design: wijnschrijver Olly Smith (verkrijgbaar bij Around Wine in Londen). Past mooi in de ijskastdeur, naast de melk.

Uiterst rechts de meest grote extravaganza: de speciale karaf van Billecart Salmon voor de millésimé Champagnes, die wat moeilijker opvoedbaar zijn. In twee maten: 75cl en 150cl.